Overgave en vertrouwen. Loslaten waar ik me gekwetst voel. De muur afbreken, dat diepste gevoel van pijn en verdriet toe laten vind ik niet makkelijk.
En dan helemaal vertrouwen op mezelf. Op wie ik ben. Dat betekent ook verantwoordelijkheid nemen. Niet meer wijzen, op geen enkele manier. Alles bij mezelf houden, dat voelt alleen, eenzaam.
Maar dan weet ik dat ik nog niet genoeg heb losgelaten. Dat ik nog niet genoeg vertrouw. Dan weet ik dat ik nog iets dieper mag zakken. Nog meer mag loslaten, nog meer mag vertrouwen, tot ik kom bij mijn innerlijke licht. De plek waar licht en liefde zijn, voor mezelf en voor iedereen. De plek waar ik mag zijn, de plek waar Ik Ben. En daar sprankelen hoop en vertrouwen. Daar weet ik hoe het bedoelt is.
En hoe fijn die plek ook is, ik blijf er (nog) niet van zelf. In het dagelijks leven worden de sluiers eromheen weer opgetrokken. Vaak door de patronen, gewoonten en gedachten die ik al heel lang heb en die me niet meer helpen. Maar die wel zo bekend en ergens ook vertrouwd zijn. Maar het is geen plek van liefde, van innerlijk licht.
Dus zoek ik de stilte weer op. Zoek ik mijn inspiraties, mijn kleuren en beweging weer op. Zodat ik weer kan thuiskomen. Mijn sluiers weer kan laten zakken en weer kan Zijn. En hoe vaker ik dit doe, hoe makkelijker het voor me is en hoe dunner de sluiers zijn.
En hoe groter, sterker en stralender mijn innerlijke licht zal stralen.
En ik met mijn licht ook anderen kan verlichten en inspireren.
Dat is mijn verlangen.